Doel:
Voordelen:
Richtlijnen qua tijd in verband met de uitrusting met een TPMS:
Gebruik van de voorhanden zijnde sensoren van het ESP/ABS door onderzoek van de bandenspanning via het toerental van de banden en het versturen van de gegevens naar de centrale aanstuureenheid, de (ECU = Electronic Control Unit)
Bij spanningsverlies:
Vergelijking met het directe TPMS:
Controle van de bandenspanning met behulp van sensoren in elke band, die de spanning en de temperatuur meten, het versturen van de verzamelde gegevens via zendapparatuur naar een centrale ontvanger, gegevensverwerking, aanduiding op de display voor de chauffeur.
Vergelijking met het indirecte TPMS
In de hiernavolgende situaties komt de voertuighouder resp. de garage die hij opzoekt in contact met het directe TPMS:
Gevolgen voor de houder van het voertuig:
Omdat de technologie van het TPMS zo complex is, wordt het voor de voertuighouder veel moeilijker om zelf het onderhoud van de banden te doen. Wanneer het waarschuwingssignaal oplicht (bv. wanneer een band of een sensor defect is) en bij het verwisselen van de banden, moet hij een garage hebben waar ze de dienovereenkomstige dienstverlening aanbieden.
Gevolgen voor de garage:
Voor garages is het dus absoluut onontbeerlijk dat zij zich voorbereiden op die nieuwe technologie en voortijdig maatregelen treffen om klanten die een voertuig met TPMS hebben, te kunnen bedienen en om zich als specialist op de markt te kunnen positioneren.
Er zijn vandaag de dag talrijke voertuigen met een direct TPMS op de markt, garages zullen dus al lang voor die 01 november 2014 met de software en de onderhoudseisen van de klanten worden geconfronteerd.
In de komende jaren zullen steeds meer voertuigen een TPMS hebben. Al die voertuigen hebben behoefte aan ersatzsensoren of sensoren voor de uitrusting van winterbanden, wat voor de garages dan weer een enorme potentiële afzetmarkt en de bijbehorende prestaties betekent.
De garages moeten niet alleen over de noodzakelijke knowhow bezitten, ze moeten ook de geschikte werktuigen ter beschikking hebben (bv. voor de probleemdiagnose of om de sensoren te prgorammeren) en ook beschikken over vervangonderdelen (bv. afdichtingen, ventielen of volledige sensoren).
Al van bij de bouw van het voertuig moet er een direct of indirect TPMS geïntegreerd zijn, achteraf inbouwen van het systeem wordt als niet-reglementair beschouwd.
Eigenschappen van het TPMS krachtens de EU-wetgeving:
U rijdt met een personenvoertuig of een woonmobiel. Dan moet u het volgende weten:
Pechverhelpingsmiddelen, zoals bijvoorbeeld pannesprays, kunnen chemische reacties uitlokken, die de sensor en de band kunnen beschadigen.
Een indirect of direct TPMS wordt al bij de fabricage in uw voertuig ingebouwd. Wanneer de constructeur van uw voertuig geen TPMS heeft ingebouwd, is er geen verdere uitrusting nodig, omdat het voertuig dan niet onder de TPMS-verplichting valt.
Een garage die de TPMS-dientverlening aanbiedt, kan u informeren over ersatzonderdelen zoals een servicekit voor het onderhoud van het ventiel of een ersatzsensor.
Wij attenderen u er graag op dat, in verband met de complexe technologie van het TPMS, het raadzaam is om voor de bandenwissel, voor onderhoudswerkzaamheden en bij problemen (bv. waarschuwing op de display) bij een professionele garage die over de geëigende speciale uitrusting, meer bepaald het geschikte programmeerwerktuig beschikt, aan te kloppen.
In geval van een direct TPMS moeten in geval van bandenservice de sensoren altijd worden gecontroleerd.
Voertuigen die onder de TPMS-verplichting vallen, moeten alle banden van sensoren voorzien.
Wanneer er een nieuwe band op het voertuig moet worden gemonteerd, moet er ook een sensor die compatibel is met het TPMS in het voertuig worden ingebouwd.
Bij een direct TPMS moet er bij de bandenservice op volgende punten gelet worden:
Wanneer er een signaal op de voertuigdisplay verschijnt, moet u onverwijld naar de garage gaan, omdat ofwel het TPMS niet werkt ofwel er spanningsverlies optreedt.
U moet onverwijld naar de garage gaan, resp. uw voertuig parkeren en de pechverhelpingsdienst contacteren, aangezien er sprake is van een defecte band en de verkeersveiligheid niet meer gegarandeerd is.
Bij voertuigen die onderworpen zijn aan de TPMS-verplichting, werd een direct of indirect TPMS al bij de fabricage ingebouwd, zo niet zou het voertuig binnen de lidstaten van de EU geen typevergunning krijgen, resp. niet ingeschreven worden.
Het achteraf inbouwen van een TPMS is niet verplicht.
De ventielen en sensoren zijn onderhevig aan een natuurlijk slijtageproces en moeten regelmatig onderhouden worden (aanbeveling: bij elke bandenwissel).
Een garage die TPMS- service aanbiedt, kan het onderhoud uitvoeren.
Om voorbereid te zijn op klanten die een direct TPMS in hun voertuig hebben, zijn de volgende maatregeen noodzakelijk:
Er zijn verschillende soorten programmeer-/diagnosewerktuigen met veel verschillende mogelijkheden, in de prijsklasse van 500-1500 EUR.
Voor een diagnose maken de werktuigen draadloos contact met de sensoren, zodat de storing in het TPMS op de werktuigdisplay wordt aangeduid. Normaal gesproken beschikken alleen toestellen uit de hogere prijsklasse over een directe interfacefunctie met het OBD om zo nieuwe sensoren aan te leren. Voor het programmeren van de universele sensoren met de voertuigspecifieke gegevens en een gekloonde of nieuw aangemaakte sensor-ID is een programmeerwerktuig absoluut onontbeerlijk. Met bepaalde tools is het zelfs mogelijk reeds verbouwde sensoren draadloos te contacteren en achteraf te programmeren.
Om de sensoren vakkundig te monteren of te demonteren heeft u speciale werktuigen nodig. Deze werktuigen vergemakkelijken de montage/demontage en garanderen dat moeren en ventiel voor de sensorhouder met het juiste draaimoment bevestigd worden.
De sensoren worden binnenin de band boven bepaalde bandventielen aangebracht:
Voor die bevestiging heeft men de keuze tussen een aluminium en een snap-in-ventiel (rubberen ventiel), waarbij er voor beide soorten ventielen verschillende uitvoeringen van sensoren zijn (garantie van compatibiliteit tussen ventiel en sensor). Een snap-in-ventiel is meestal goedkoper en makkelijker te verbouwen dan een aluminium ventiel. Maar een snap-in-ventiel is niet geschikt voor een maximum snelheid vanaf 210km/h omwille van de middelpuntvliedende krachten die dan spelen. Voor dergelijke hoge snelheden moet een aluminium ventiel worden gebruikt. Telkens de banden worden verwisseld, moet het ventiel een onderhoudsbeurt krijgen, wat betekent dat de ventielinzet, de ventieldop, de moeren, de schijf en de afdichting vernieuwd worden. Voor dit soort onderhoud zijn er speciale servicekits met de nodige vervangonderdelen, beschikbaar.
Snap-in-ventiel:
Aluminium ventiel:
Wat verandert er op het gebied van het contact met de klant ?
Klanten moeten op de hoogte worden gebracht van:
Opleiding/training van de medewerkers:
Elke fabrikant kan voor de originele uitrusting van de voertuig een ander type sensor gebruiken. Daarom zijn er ondertussen ook al meer dan 150 verschillende sensormodellen op de markt.
Vereisten:
Originele sensoren zijn al voorgeprogrammeerd met bepaalde voortuigspecifieke details, de sensor kan dus alleen maar in enkele bepaalde voertugien worden gebruikt. Op basis van de verscheidenheid aan verschillende sensoren, moet het voorraadbestand en het daarmee verbonden kapitaal (van de belangrijkste orignele sensoren zouden er telkens minstens 4 stuks op voorraad moeten zijn) van de garage uitgebreid worden, om de klanten naar tevredenheid te kunnen helpen.
Ongeprogrammeerde universele sensoren zijn niet voorgeprogrammeerd en kunnen in de meeste voertuigen probleemloos worden geïntegreerd. Het is dan ook niet nodig om, zoals bij de originele sensoren, een groot aantal unviersele sensoren op voorraad te hebben om aan de noden van alle klanten te voldoen (een basisbestand van universele sensoren volstaat). Voor de universele sensoren is er ook nog een speciaal programmeerwerktuig nodig, om de sensoren voertuigspecifiek te kunnen programmeren. Via dit werktuig worden in een eerste stap de technische gegevens van het voertuig opgevraagd en wordt de positie van de banden, waarin zich de te programmeren sensor bevindt (bv. vooraan links), bepaald. Vervolgens wordt de orignele sensor door het programmeerapparaat herkend (afhankelijk van de software, bv. door het ingeven van de sensor-ID of het automatisch verzamelen door het opleggen van de originele sensor) en de verzamelde gegevens worden voor de programmering van de nieuwe sensor gebruikt. De originele sensor wordt om het zo te zeggen, geïmiteerd. Mocht er geen oude originele sensor ter beschikking staan, kan er ook via het programmeerwerktuig een nieuwe sensor-ID worden aangemaakt.
Nadat de sensoren werden geprogrammeerd en in het wiel werden ingebouwd, moet men kunnen garanderen dat het voertuig de sensor ook herkent en dat de communicatie tussen sensor en afleesapparaat goed werkt. Daartoe moeten de sensoren van de centrale ontvanger (stuur- en gegevensverwerkingseenheid van het TPMS) worden geactiveerd wanneer er een nieuwe sensor-ID werd gebruikt/aangemaakt of wanneer de oorspronkelijke wielpositie van de sensor werd veranderd.
Er zijn drie manieren om een nieuwe sensor aan te leren/te programmeren (afhankelijk van de capaciteiten van het voertuig):
De procedures voor onderhoud en bandenwissel in garages zullen door het directe TPMS wijzigingen ondergaan.
Het is dan ook belangrijk de medewerkers op die veranderingen voor te bereiden, opdat alle klanten vakkundig zouden kunnen worden bediend en er geen fouten zouden worden gemaakt bij het advies en de verwerking van TPMS. Het verdient aanbeveling de medewerkers opleidingen te laten volgen om zich de omgang met een TPMS eigen te maken. Er zijn verschillende instanties die dergelijke TPMS-opleidingen aanbieden.
Aanbeveling voor de werkprocedure, wanneer de klant een diagnose en probleemoplossing bij het oplichten van het waarschuwingslampje, een onderhoud van zijn TPMS of een bandenservice (bv.vervangen van de banden, montage/demontage) wil:
Gelieve erop te letten: aangezien een behoorlijk werkend TPMS onderdeel van de bedrijfsvergunning is, moet de garage de functionaliteit ervan na elke ingreep veiligstellen. Dienovereenkomstige documentering van de toestand van het TPMS voor en na het uitvoeren van het onderhoud, het stellen van de diagnose en het uitvoeren van de opdracht van de klant vormt vervolgens de beveiliging in het kader van de Aansprakelijheid en de Garantie.
Bij een voertuig met een direct TPMS moet u op het volgende letten:
Voordelen
Nadelen
Oplossing: Compenseren van de meertijd door een goede voorbereiding, zoals bv. telefonische afspraken in verband met de opdracht van de klant of door het tijdig bestellen van materiaal.
Oplossing: Meer begrip kweken voor de meerkosten door de klanten goed te adviseren en te informeren over het TPMS en door te verwijzen naar de wettelijke bepalingen en de nadruk te leggen op het veiligheidsaspect.
Oplossing: Kwalificering van het personeel door zelfstudie, training en opleiding, door het correct doorgeven van informatie onder de medewerkers, en door het bevorderen van de knowhow.
De TPMS-verplichting en meer bepaald de technologie van het directe TPMS brengt vele veranderingen met zich mee en betekent een serieuze uitdaging voor alle garages. De marktontwikkeling is, wat de verspreidng van TPMS betreft, erg positief, daarom verdient het aanbeveling om van bij het prille begin zo goed mogelijk op de nieuwe technologieën voorbereid te zijn.
Bij de voorbereidingen voor het werken met het directe TPMS, kunnen de navolgende punten een goede hulp zijn: